Oplevering van gebouwen vaak niet legionellaveilig

Nog te vaak wordt een gebouw niet legionellaveilig opgeleverd. Zo worden er vaak onnodige fouten gemaakt bij de aanleg van drinkwaterinstallaties bij nieuwbouw. Kostbare fouten, die leiden tot continue problemen, zoals legionellaoverschrijdingen. Vervelend, want de extra kosten die een gebouwbeheerder moet maken voor de preventie en bestrijding van legionella kunnen daardoor aanzienlijk oplopen op de lange termijn. Wanneer een koudwaterleiding bijvoorbeeld een cv-leiding kruist, warmt de koudwaterleiding snel op. Met extra beheerstaken die u continu moet herhalen als gevolg. Of onevenredig veel normoverschrijdingen en acties om een besmetting te verhelpen. Kortom: voorkomen is beter dan genezen. Maar hoe pakken we dat aan?

Het onderwerp ‘legionellaveilig bouwen’ is een terugkerend hoofdpijndossier. Wouter Beumer, manager advies bij C-mark: “We zien dat er tijdens de bouw onvoldoende aandacht is voor het uiteindelijke legionellabeheer. De bouwers hoeven immers straks geen beheerstaken uit te voeren en zijn gebonden aan een strakke planning. Daar gaat het vaak mis, ondanks de duidelijke wetgeving, normen en richtlijnen voor de aanleg van drinkwaterinstallaties en legionellapreventie.”

ISSO: onvoldoende aandacht 

Dat het vaak misgaat, stelt ook ISSO, het kennisinstituut voor installatietechniek, in september 2017 vast. Uit het ISSO-onderzoek bleek dat driekwart van alle gebouwen die in Nederland als risicovol wordt bestempeld, op een bepaald moment een legionellabesmetting in de installaties heeft. In hetzelfde rapport kwam ISSO ook tot de conclusie dat de bouw- en vastgoedsector onvoldoende aandacht heeft voor het voldoen aan de praktijkrichtlijnen voor veilige aanleg en veilig beheer van leidingwaterinstallaties.

De opstartfase

Waar loopt het dan precies spaak? In de praktijk worden veel onnodige fouten gemaakt, zowel in de opstart- als in de ontwerp- en montagefase. Het begint al met het ontwerp van het gebouw. Beumer: “Om een drinkwaterinstallatie legionellaveilig en schoon op te leveren, is het van belang om hier bij het eerste ontwerp van het gebouw al rekening mee te houden. De architect moet eigenlijk vanaf het begin bekijken waar de technische ruimten komen en welke mogelijkheden dat biedt voor de leidingloop. De focus in deze fase ligt echter eerder op de uitstraling en indeling van het nieuw te bouwen gebouw. De exacte invulling van de drinkwaterinstallatie laat de architect vaak over aan de aannemer.”

De drinkwaterinstallatie-ontwerpfase

Na de bouwtekeningen, is de drinkwaterinstallatie aan de beurt, die conform de NEN 1006 en de Waterwerkbladen ontworpen moet worden. “In de praktijk zien we dat structurele legionellaoverschrijdingen nog te vaak te herleiden zijn naar plekken in de installatie die niet voldoen aan de NEN 1006 en de Waterwerkbladen. Ergens gaat het dus mis. Werken onder druk kan afleiden van legionellaveiligheid in het proces. De aannemer krijgt meestal ook de vraag of er zaken goedkoper kunnen en of de werkzaamheden wel binnen de planning en het budget blijven”, aldus Beumer.

Warm en koud scheiden

Beumer: “Een cruciale fout die wij regelmatig tegenkomen, is dat alle leidingen in 1 schacht zijn gelegd. Het gaat om een leidingschacht met leidingen voor cv, drinkwater, warm water en koud water bij elkaar. Of in de vloer ligt alles tegen elkaar of te dicht bij elkaar. Ons advies: maak 2 schachten: een warme en een koude schacht. Een warme met warm blijvende leidingen, zoals cv-leidingen en warmwater-circulatieleidingen en een koude met koudwaterleidingen en bijvoorbeeld ventilatieleidingen. Zorg er wel voor dat de warme en de koude schacht voldoende van elkaar gescheiden zijn!”

Het risico van overdimensioneren

Ook is het belangrijk om bij het ontwerp van de drinkwaterinstallatie een zo goed mogelijk beeld te hebben van het toekomstige gebruik van de drinkwaterinstallatie. Op basis daarvan wordt de diameter van de waterleiding bepaald, om overdimensionering te voorkomen. “Een waterleiding is overgedimensioneerd als de diameter van de leiding te groot is. Zo’n te grote diameter zorgt voor een te lage stroomsnelheid van het water in de leiding. In de praktijk betekent dit dat er te weinig verversing in de leiding plaatsvindt, waardoor er een grotere kans op uitgroei van onder andere de legionellabacterie mogelijk is”, legt Beumer uit.

Doorstromende tappunten

Om de risico’s te beperken en daarmee het beheer te minimaliseren, adviseert C-mark de tappunten zoveel mogelijk doorstromend aan te sluiten. Beumer: “Dat wil zeggen dat de waterleiding loopt van tappunt naar tappunt zonder aftakking en eindigt op een veelgebruikt tappunt, zoals bijvoorbeeld een toilet. Zo stroomt het water langs alle kranen als het toilet wordt doorgespoeld.”

Afwijking van de tekening

Maar ook wanneer de ontwerptekeningen voldoen, is er geen garantie dat de installatie in de praktijk op de juiste manier wordt aangelegd. Beumer: “Zo kan het voorkomen dat er tijdens de bouw wordt afgeweken van de tekening en is het maar de vraag of alle betrokkenen bij de installatie, zoals monteurs en de uitvoerder, wel op de hoogte zijn van alle details uit de NEN 1006 en de Waterwerkbladen. De leidingloop wordt bijvoorbeeld gewijzigd of ingekort, waardoor het kan gebeuren dat een koudwaterleiding ineens de cv-leiding kruist.”

De montagefase

De drinkwaterinstallatie wordt vervolgens aangelegd door een gecertificeerde installateur, waarbij iedereen er vanuit mag gaan dat hij werkt volgens de NEN 1006 en de Waterwerkbladen. Toch blijkt dat er tijdens de aanleg nog regelmatig fouten worden gemaakt”, verklaart Beumer. Waar moet de installateur allemaal op letten?

Schoon werken

Tijdens de montagefase moet er zo schoon mogelijk gewerkt worden, om vervuiling in de installatie te voorkomen. De installateur moet zich daarbij houden aan de checklist ter bevordering van hygiënisch werken uit de bijlage van Waterwerkblad 1.4i. Daarin staat bijvoorbeeld dat nieuwe buizen, appendages en hulpstukken tijdens het werk, tot het moment van installatie, zo lang mogelijk afgedopt moeten blijven.

Het aangeleverde water

Tijdens de bouw worden leidingen op dichtheid afgeperst door er druk op te zetten. Getest wordt dan of alle koppelingen dicht zijn en er nergens lekkage is. Als hiervoor vuil water wordt gebruikt, is er al kans op het inbrengen van bacteriën in de leidingen (niet alleen legionella). Beumer: “Aansluiten op een vervuild (bestaand) drinkwatersysteem is daarom uit den boze, ook tijdens de bouwfase. Ons advies: test vooraf het water waarop je de nieuwe drinkwaterinstallatie gaat aansluiten door middel van monstername. Dat adviseren we niet alleen bij nieuwbouw, ook bij een uitbreiding op een bestaand gebouw. U weet immers nooit of het bestaande gebouw al een probleem heeft in de drinkwaterinstallatie. Ook al is het een aansluiting direct op het leverpunt van het drinkwaterbedrijf: check de kwaliteit van het inkomende water. Zo heeft u een nulmeting en kunt u uitsluiten dat het aan de nieuwe leidinginstallatie ligt.”

Beheer

Als tijdens de bouw de installatie (of delen ervan) onder waterdruk wordt gezet nog voor ingebruikname, dan is het verplicht om beheer op de drinkwaterinstallatie uit te voeren. Bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat de leidingen en tappunten wekelijks gespoeld worden, totdat het pand in gebruik wordt genomen.

Schoonspoelen

Vóór de ingebruikname moet de installatie grondig schoongespoeld worden. Daarna  is het bij prioritaire installaties verplicht om watermonsters (legionella en bacteriologisch) te laten nemen om aan te tonen dat de nieuwe drinkwaterinstallatie schoon en veilig wordt opgeleverd. Beumer: “De zogeheten schoonverklaring.”

Advies tijdens het hele bouwtraject

Kortom: er kan veel misgaan. Beumer: “Wij adviseren daarom een deskundig BRL-6010-gecertificeerd adviseur tijdens het gehele traject, van ontwerp tot oplevering, mee te laten kijken om te zien of de drinkwaterinstallatie daadwerkelijk wordt ontworpen en aangelegd volgens de NEN 1006 en de Waterwerkbladen. Zo’n gecertificeerd adviseur geeft ook advies over de aanlegwijze zodat u preventieve beheersmaatregelen kunt beperken. Dit voorkomt achteraf veel onnodig beheer of herstelwerk. De voordelen van deze begeleiding wegen ruimschoots op tegen de herstel- of extra beheerskosten. Nu worden fouten soms pas zichtbaar bij het opstellen van een beheersplan.” Naar schatting worden in meer dan 50% van de beheersplannen voor nieuwe installaties, vlak voor of na de oplevering, toch nog corrigerende maatregelen voorgesteld of vereist om de installatie te laten voldoen aan de NEN 1006 en de Waterwerkbladen. De afronding van de risico-inventarisatie is namelijk pas mogelijk wanneer het pand in gebruik is genomen. Beumer: “Pas dan kunnen we bekijken hoe de installatie zich gedraagt en hoe het gebruik is. Dus de risico-inventarisatie begint al tijdens het ontwerp en eindigt na de ingebruikname.”

Beter voorkomen dan verhelpen

Het is belangrijk dat de nieuwe gebruiker of eigenaar van een gebouw een drinkwaterinstallatie overgedragen krijgt die voldoet aan de huidige wet- en regelgeving en die geen gevaar oplevert voor de gezondheid van de gebruiker. In het ergste geval kan het drinkwaterbedrijf zelfs besluiten geen drinkwater te leveren, vanwege een mogelijk gevaar voor de gezondheid van de gebruikers of gevaar voor verontreiniging van het leidingnet. Beumer: “Soms wordt er na verloop van tijd een legionellaoverschrijding geconstateerd als gevolg van een installatiefout. Als eigenaar zit u dan met het probleem. Het is namelijk vaak niet eenvoudig om een partij in gebreke te stellen.” Beumer vervolgt: “En wanneer alle leidingen netjes in de vloeren of wanden zijn weggewerkt, kunt u vaak niet meer doen dan met een warmtebeeldcamera constateren wat er aan de hand is. Een enkele keer kan het probleem structureel worden verholpen door een technische aanpassing. Is dat niet mogelijk? Dan zijn er uitgebreidere beheersmaatregelen nodig, waarin u blijvend moet investeren.” In beide gevallen zijn het onnodige kosten die dikwijls voorkomen hadden kunnen worden tijdens de ontwerp- en aanlegfase.

Legionellaveilig bouwen, een vanzelfsprekendheid? 

Net als energieneutraal bouwen, zou ook legionellaveilig bouwen vanzelfsprekend moeten zijn. Tot die tijd kunt u gebruikmaken van onze expertise. Zoekt u een partij die tijdens de (nieuw)bouw met u meekijkt  of het gebouw legionellaveilig wordt opgeleverd volgens de normen en wet- en regelgeving? Dan bent u bij C-mark aan het juiste adres. Interesse? Neem contact met ons op via tel.nr.  088- 831 05 00,  via water@c-mark.nl  of klik op de blauwe contactbutton.