De pH onder controle: voorkom problemen en bespaar kosten

De pH onder controle: voorkom problemen en bespaar kosten

Geplaatst op 30 september 2025

De pH-waarde is een van de belangrijkste parameters voor de kwaliteit van zwembadwater. Maar om de pH-waarde in balans te houden, is het ook van belang het waterstofcarbonaatgehalte in het water op peil te houden. De pH-waarde en het waterstofcarbonaatgehalte beïnvloeden elkaar: samen vormen zij de basis voor een stabiele waterbehandeling. Een juiste balans zorgt voor de beste werking van vlokmiddelen en filters, voorkomt giftige chloorgassen en te hoge kalkagressiviteit in het zwemwater. Bovendien kan een te laag waterstofcarbonaatgehalte leiden tot foutieve pH-metingen met de fenolrood-methode. In dit artikel lees je hoe pH en waterstofcarbonaat elkaar beïnvloeden en hoe je ervoor zorgt dat je dagelijkse metingen betrouwbare resultaten opleveren.

Wat is pH eigenlijk?

Paul Blom, zwemwaterexpert bij C-mark, adviseert zwembaden dagelijks over hun waterkwaliteit – ook over hun pH. Blom: “De pH zegt iets over de concentratie waterstof-ionen (H+-ionen) in het water. In plaats van pH wordt ook wel de term ‘zuurgraad’ gebruikt. Aangezien deze term nog wel eens tot verwarring leidt in de aanduiding van hoger en lager, houden wij ons bij de term pH. Een neutrale pH heeft als waarde een 7. Als we spreken over een lagere pH dan 7, dan hebben we het over een zure oplossing. Bij een hogere pH dan 7 spreken we van (zwembad)water dat meer basisch/alkalisch is.”  

pH in de nieuwe Zwemwaterwet

De Zwemwaterwet (BAL-Hoofdstuk 15) stelt dat de pH niet lager dan 7.0 en niet hoger dan 7.6 mag zijn. Bij de maandelijkse toetsing wordt de pH beschouwd als een ‘klasse I-parameter’. De parameters in klasse I zijn de belangrijkste parameters voor zwembadwater, met de grootste consequenties bij afwijkingen voor processen met andere stoffen in het zwembadwater en/of de gezondheid van zwemmers. “Een te hoge of te lage pH bij het maandelijkse laboratoriumonderzoek leidt daarom ook altijd tot sluiting van het badwaterbassin. Het badwaterbassin kan openblijven als je binnen 30 minuten weer kunt voldoen aan norm voor de pH en er in die periode geen risico’s voor de gezondheid van de gebruikers zijn. Het badwaterbassin kun je weer in gebruik nemen als uit een meting blijkt dat de waterkwaliteit weer in orde is. Dit mag een eigen meting zijn”, vertelt Blom.

Welke problemen kunnen ontstaan bij een onjuiste pH-waarde (gevolgschade)?

“Als de pH-waarde te laag is, spreken we van zuur zwembadwater en kan er, afhankelijk van de heersende pH, schade ontstaan aan voegen van cement of kaal beton. Bijvoorbeeld bij onbehandelde overloopgoten en de bufferkelder van de waterbehandelingsinstallatie”, vertelt Blom. “Ook kan het de goede werking van het vlokmiddel en daarmee de filterwerking nadelig beïnvloeden als de pH van het zwemwater te laag is, wat negatieve gevolgen heeft voor de zwemwaterkwaliteit. Daarnaast ontstaan er meer gebonden beschikbaarchloorcomponenten, die chloorlucht en prikkelende ogen veroorzaken. In geval van een extreem lage pH (< 4) kan er zelfs chloorgas ontstaan, wat giftig is bij inademing. Dit laatste komt gelukkig sporadisch voor.”

“Als de pH te hoog is (basisch) werkt het desinfectiemiddel (chloorbleekloog) minder goed en kan eveneens een goede werking van het vlokmiddel nadelig worden beïnvloed. Ook kan er sprake zijn van kalkafzettingen en algengroei in geval van een langdurige te hoge pH.”

Waardoor wordt de pH in het zwembadwater beïnvloed?

Paul Blom neemt hieronder de meest voorkomende oorzaken die van invloed zijn op een verandering van de pH met je door.

  • De suppletie van drinkwater. “Drinkwater geleverd door de waterleidingmaatschappijen heeft een pH van circa 7.8 tot 8.3 en is daarmee licht basisch. Het toevoegen van suppletiewater leidt in dit geval tot een verhoging van de pH in het badwater. Gebruik je suppletiewater gewonnen uit eigen bron, dan kan de invloed minder tot nihil zijn, omdat er dan vaak sprake is van zuurder suppletiewater.”
  • Doseren van natriumwaterstofcarbonaat. “Ook het doseren van een oplossing van natriumwaterstofcarbonaat zorgt voor verhoging van de pH. Dit wordt vaak gedoseerd om te komen tot een beter ‘bufferend’ vermogen (buffercapaciteit) van het zwembadwater ofwel een hoger waterstofcarbonaatgehalte. Waterstofcarbonaat ‘buffert’ de pH, waardoor de pH stabiel blijft.”
  • Chloorbleekloog doseren. “Het doseren van chloorbleekloog verhoogt de pH eveneens, doordat het sterk basisch is.”
  • Zoutelektrolyse. “Chloor afkomstig van een zoutelektrolyse (type met membraan), waarbij chloorgas aan het zwemwater wordt toegevoegd werkt pH-verlagend. Hierbij ‘valt het chloor uiteen’ in onderchlorigzuur en zoutzuur. Dit laatste reageert direct met het in het water aanwezige waterstofcarbonaat tot koolzuur.”
  • Het doseren van een pH-correctiemiddel. “Dit zijn over het algemeen zure producten die bedoeld zijn voor een verlaging van de pH. Een veel toegepast pH-verlagend correctiemiddel is zwavelzuur met een concentratie van 37%.”
  • Vlokmiddel toepassen. “Ook dosering van vlokmiddel als zuur product, beïnvloed de pH.”
  • Actieve kool toepassen. “Wanneer actieve kool (meerlaags filter of ureumreductor) in de waterbehandeling is opgenomen, reageert de kool met het chloor, waarbij de kool wordt geoxideerd. Bij dit proces ontstaat zoutzuur, dat vervolgens met waterstofcarbonaat reageert. Het zoutzuur reageert vervolgens weer met het in het water aanwezige waterstofcarbonaat tot koolzuur.”
  • Beluchting en beroering. “De pH kan ook worden beïnvloed zonder dat er sprake is van het toevoegen van de hiervoor genoemde stoffen. Zo kan er in zekere mate koolzuurgas (CO2) uit het badwater treden, daar waar er sprake is van beluchting. De pH neemt dan toe. Voorbeelden hiervan zijn de speelelementen zoals fonteinen, waterglijbanen, whirlpools en bruisbanken. Aan het wateroppervlak kan dat ook plaatsvinden door beroering veroorzaakt door zwemmende gasten en door de overloopgoten.”
  • Onbedoelde invloed. “Uiteraard zijn er meerdere stoffen die van invloed zijn op de pH, zoals zure of basische schoonmaakmiddelen die in contact komen met het zwembadwater. Al is dat laatste natuurlijk niet de bedoeling.”

Hoe kunnen we de pH corrigeren?

Bekende stoffen die de pH verlagen, zijn onder andere zwavelzuur, koolzuurgas, pH- (natriumbisulfiet) en zoutzuur. Blom: “Zoutzuur wordt niet meer toegepast, omdat het een zeer sterk ‘rokend’ zuur is, met een groter risico voor de gebruiker en aantasting van metalen (corrosie). Verhoging van de pH kan onder meer worden bereikt met natriumcarbonaat (soda) en natriumwaterstofcarbonaat.”

pH-waarde meten 

Je bent verplicht de pH dagelijks op 2 voorgeschreven momenten in ieder badwaterbassin te meten. “Voor de vereiste dagelijkse metingen in het zwembad aan de badrand, wordt de pH in zwemwater over het algemeen bepaald met behulp van een fotometer, door een indicator (pH-afhankelijke kleurstof) aan het water toe te voegen. Na het toedienen van de indicator vertaalt de fotometer de intensiteit van de kleur in een pH-waarde. Als indicator wordt veelal de kleurstof fenolrood gebruikt”, licht Blom toe.

Te weinig waterstofcarbonaat: onjuiste pH-meting!

De uitvoering van de dagelijkse zwemwatermetingen vraagt de nodige kennis. Blom: “Wie onvoldoende kennis heeft van een bepaling, kan een verkeerde conclusie trekken uit de getoonde resultaten op de fotometer. Voor het zo betrouwbaar mogelijk vaststellen van de pH met behulp van de fenolrood-methode, adviseer ik te letten op onderstaande aandachtspunten.”

  • Werken met schone cuvetten en een gekalibreerde fotometer die is onderhouden volgens de specificaties van de leverancier, zijn essentieel.
  • De meting is slechts betrouwbaar tussen pH 6,6 en pH 8,0. Buiten dit pH-gebied geeft de indicator fenolrood een vrijwel onveranderlijke kleur. De fotometer geeft dan een foutmelding ‘Hi’ of ‘Lo’ en dus geen exacte waarde.
  • Bij hogere vrij chloor-gehalten (hoger dan 10 mg/L) is een pH-meting met behulp van fenolrood niet betrouwbaar.
  • Wat niet bij iedereen bekend is: als het zwemwater een laag waterstofcarbonaatgehalte heeft (minder dan 30 mg/L) is een pH-meting met behulp van de fenolrood-methode niet betrouwbaar! De pH-waarde wordt dan met enkele tienden hoger gemeten dan de werkelijke pH-waarde. Dit betekent dat het zwembadwater eigenlijk een lagere pH heeft dan je meet. Hierdoor kun je tijdens de pH-meting de indruk hebben dat de pH aan de norm voldoet, terwijl dat mogelijk niet het geval is. Kortom: zorg dat het waterstofcarbonaatgehalte op peil blijft. Lees hierover ook ons artikel hoe je het waterstofcarbonaatgehalte onder controle houdt.

Elektrochemische pH-meetmethode

Voor de verplichte maandelijkse pH-meting door het laboratorium gebruikt de monsternemer de elektrochemische meetmethode (pH-meter met een glaselektrode). Blom: “Deze methode kan ook zeer lage en hoge pH-waarden constateren - in tegenstelling tot de fenolrood-methode - en is daarnaast veel nauwkeuriger. De monsternamedienst van C-mark werkt ook met deze methode. In veel machinekamers van zwembaden wordt deze techniek overigens ook gebruikt om de pH van zwembadwater te meten en te regelen. Het juist inregelen van de meet- en regeltechniek is essentieel voor een goede pH-regeling. Juiste kalibratie, goede regeltechniek en een passende doseerpomp voor het doseren van het zuur is belangrijk om de pH aan de norm te laten voldoen.”

Advies in de praktijk

Kortom: de pH-waarde is een cruciale factor in de kwaliteit en veiligheid van zwembadwater. In balans met het waterstofcarbonaatgehalte vormt pH de basis voor een stabiele waterbehandeling, een optimale werking van desinfectie en filtratie én het voorkomen van schade of gezondheidsrisico’s. Omdat elke situatie anders is – afhankelijk van de installatie, waterbron en het gebruik – vraagt het bewaken van de juiste pH om deskundigheid en aandacht. Heb je vragen of wil je advies over de pH in jouw zwembad? De zwemwaterexperts van Eurofins C-mark denken graag met je mee en bieden praktische ondersteuning, afgestemd op de situatie in jouw zwembad.

<terug