Wat staat ons te wachten?

Geplaatst op 8 maart 2022

Vanaf 2023 worden veranderingen verwacht in de Nederlandse wetgeving voor drinkwater en legionellapreventie. Dat is een logische vervolgstap, na de verschijning van de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn én een recent verschenen evaluatie van de Nederlandse drinkwaterwetgeving. Alhoewel de wijzingen nog niet definitief zijn, schetsen we met dit artikel alvast de mogelijke veranderingen in de Nederlandse Drinkwaterwet. Wat staat ons te wachten?

Europese Drinkwaterrichtlijn

Eerst even terug naar de basis. Wat weten we over de nieuwe Europese Drinkwaterrichtlijn? De herziene Europese Drinkwaterrichtlijn (EU) 2020/2184 van december 2020 is de opvolger van richtlijn 2009/54/EG8 en gaat over de kwaliteit van en toegang tot drinkwater, voor iedereen in de Europese Unie.

Lidstaten van de Europese Unie moeten de herziene Europese Drinkwaterrichtlijn vóór januari 2023 omzetten naar nationale wetgeving. Naar verwachting zal het - met overgangstermijnen - langer dan een jaar duren voordat de nieuwe nationale wetgeving van kracht zal zijn.

Evaluatie drinkwaterwetgeveing

Hoe zit het met de evaluatie van de huidige Nederlandse drinkwaterwetgeving? Onderzoeksinstellingen KWR en Berenschot adviseerden het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over aanpassingen in onze huidige Drinkwaterwet en ons huidige Drinkwaterbesluit, gebaseerd op juridische en de nieuwste internationale wetenschappelijke inzichten.

Het onderzoek naar de haalbaarheid van de adviezen en de uitwerking van de nieuwe Nederlandse drinkwaterwetgeving is momenteel in volle gang. Wat zijn de verwachte en mogelijke uitkomsten voor onze wetgeving en richtlijnen, als het gaat om drinkwater en legionellapreventie? Thijs Brekelmans, manager advies bij C-mark, praat ons bij.

1. Drinkwater en eigen winningen

Eigenaren en exploitanten van eigen drinkwatervoorzieningen (eigen winningen) zullen te maken krijgen met wijzigingen in het wettelijk verplichte meetprogramma eigen winning. Brekelmans: “Zolang de eigen winning minder dan 100 m3 per dag levert of minder dan 500 mensen van drinkwater voorziet, zullen deze wijzigingen waarschijnlijk beperkt blijven tot een uitbreiding van het meetprogramma met enkele onderzoeksparameters, zoals PFAS en Bisphenol A. Grotere eigen winningen krijgen mogelijk te maken met meer verplichtingen, zoals een verplichting tot het uitvoeren van een risicobeoordeling en risicobeheer van het gehele watervoorzieningssysteem, van inname tot punt van levering.”

Ook komt er een Europese aandachtsstoffenlijst, waaraan flexibel nieuwe te meten stoffen kunnen worden toegevoegd. “In de eerste aandachtstoffenlijst worden voorlopig ß-oestradiol en nonylfenol opgenomen, op grond van hun hormoonontregelende eigenschappen en het risico voor de gezondheid van de mens. Later zullen microplastics mogelijk worden toegevoegd aan de aandachtsstoffenlijst. Een overgangsperiode is te verwachten”, voorspelt Brekelmans.

De normering van enkele parameters uit het verplichte meetprogramma eigen winning wordt verscherpt of juist versoepeld. Brekelmans: “De huidige nationale norm voor legionella van 100 kve/l blijft gehandhaafd. Voor lood zal het ministerie - zoals het er nu naar uitziet - de striktere norm van 5 microgram per liter gaan hanteren. Uiteraard informeren wij klanten met een eigen winning tijdig, zodra de definitieve wijzigingen bekend zijn.”

2. Materialen en producten

Er komt een Europees systeem voor de toelating van materialen en producten die in aanraking komen met drinkwater. “Dit Europese systeem zal dan ook inbedding krijgen in het Nederlandse Drinkwaterbesluit. Het gaat bijvoorbeeld om materialen en producten als leidingmaterialen en kranen, maar ook desinfectiemiddelen voor drinkwatersystemen. De komst van zo’n Europees systeem vergemakkelijkt de certificering van producten in de gehele Europese Unie. Voor consumenten worden leidingmaterialen en kranen die toegepast mogen worden in drinkwaterinstallaties gemakkelijker herkenbaar”, vertelt Brekelmans.

3. Legionellapreventie

Lijst prioritaire objecten

“In het Drinkwaterbesluit staat een lijst van alle soorten gebouwen of objecten waarvoor de eigenaar en exploitant wettelijk verplicht legionellabeheer moeten uitvoeren. Dit noemen we de prioritaire locaties. Prioritaire locaties zijn verplicht om een risicoanalyse te laten uitvoeren, een beheersplan te laten opstellen én legionellabeheer uit te voeren”, legt Brekelmans uit.

Het ministerie breidt deze lijst uit met:

  • Zelfstandige behandelcentra (privéklinieken), voor zover daar sprake is van nachtverblijf
  • Sauna’s

Brekelmans: “Hierbij merken we op dat de meeste sauna’s óók een zwembad of dompelbad hebben. Daarmee behoorden deze sauna’s al tot de prioritaire locaties. Maar er zijn sauna’s zonder (zwem)bad. Soms koos de exploitant ervoor om het bad weg te halen, zodat de organisatie niet meer aan legionellapreventie hoeft te doen. De wetgever vindt dit ongewenst. Daarom worden sauna’s nu als aparte categorie toegevoegd aan de lijst met prioritaire locaties. Deze wijziging lijkt al vrij zeker en zou al binnen een jaar in kunnen gaan. Het gaat hier namelijk om een wijziging van een regeling via een Algemene Maatregel van Bestuur. Het doorvoeren van dergelijke wijzigingen gaat sneller.”

Warmwatertemperatuur

De afgelopen jaren is vaker onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om de temperatuur van warm water in collectieve drinkwaterinstallaties te verlagen. “De minimale temperatuur-eis in collectieve drinkwaterinstallaties is nu 60°C. Maar warmtepompen werken efficiënter en besparen meer energie bij een lagere temperatuur. Een verlaging van de norm voor warmwatertemperatuur zou gunstig zijn in het kader van de energietransitie. Vanwege het risico op groei van legionella bij watertemperaturen onder de 60°C, is het verlagen van de warmwatertemperatuur echter lastig. Het advies van KWR en Berenschot is om niet mee te gaan in het idee van het verlagen van de warmwatertemperatuur”, zegt Brekelmans.

Ook het toepassen van hitteschokken in een warmwaterinstallatie waarin de temperatuur van het warme water onder normale omstandigheden onder de 60°C blijft, wordt afgeraden als preventieve beheersmaatregel. Brekelmans: “Wetenschappelijke studies hebben namelijk laten zien dat hitteschokken legionellabacteriën onvoldoende afdoden in de warmwaterinstallatie en dat dergelijke maatregelen kunnen leiden tot (tijdelijk) verhoogde aantallen legionellabacteriën in de warmwaterinstallatie. Thermische desinfectie is als corrigerende maatregel gelukkig wel effectief gebleken.”

Leidingmaterialen

In veel leidingen kan biofilm groeien, dat een kraamkamer vormt voor legionellabacteriën. Brekelmans: “Het type leidingmateriaal bepaalt hoe eenvoudig biofilm zich kan hechten. Aan een grof oppervlak hechten makkelijker bacteriën, terwijl een koperen leiding een lichte desinfecterende werking heeft. Zo heeft elk type leidingmateriaal zijn eigen biomassaproductiepotentie (BPP). Berenschot en KWR adviseren in de wetgeving op te nemen dat de biomassaproductiepotentie (BPP) van de toe te passen leidingmaterialen bij nieuwbouw en renovatie van prioritaire gebouwen niet hoger dan 400 pg ATP/cm2 mag zijn. Het ministerie van I en W onderzoekt de uitvoerbaarheid en effecten van dit advies.”

Legionella pneumophila

In het rapport adviseren Berenschot en KWR om het legionellabeheer voor de prioritaire instellingen alleen nog te richten op Legionella pneumophila, in plaats van op alle soorten legionella. Een uitzondering vormen de locaties waar veel mensen met een ernstig verzwakt immuunsysteem komen, zoals in ziekenhuizen. Ook de monstername zou zich specifiek moeten richten op aanwezigheid van Legionella pneumophila. Brekelmans: “Een juiste methode voor analyse hiervoor ontbreekt vooralsnog. Over dit punt is momenteel bovendien veel discussie in de drinkwaterbranche. Veel deskundigen uit de branche vrezen dat deze maatregel een teruggang in de effectiviteit van legionellapreventie betekent.”

Legionella non-pneumophila wordt gezien als een goede indicator voor een juiste staat van de drinkwaterinstallatie en juist uitgevoerd beheer en onderhoud. “Als informatie over Legionella non-pneumophila ontbreekt, mist op locatie belangrijke stuurinformatie om installaties kwalitatief te verbeteren voor een betere drinkwaterkwaliteit. Diverse experts wijzen erop dat ook in de groep van Legionella non-pneumophila een aantal ziekteverwekkende soorten aanwezig zijn. In andere Europese landen wordt - voortvloeiend uit de drinkwaterrichtlijn - juist gekozen voor toevoeging van Legionella non-pneumophila. Uiteraard houden wij u op de hoogte van de ontwikkelingen op dit vlak”, vertelt Brekelmans.

Risicokwalificatie drinkwaterinstallatie

Een ander advies van KWR en Berenschot is het verbreden van de legionella-risicoanalyse. Volgens de huidige systematiek - vastgelegd in ISSO publicatie 55.1 - beoordeelt de adviseur alle onderdelen van de drinkwaterinstallatie op leidinginhoud, temperatuur en doorstroming. Brekelmans: “Berenschot en KWR adviseren dit uit te breiden met meerdere bekende risicofactoren, zoals leidingmateriaal en kraantype. Ook het type kraan en leidingmateriaal hebben immers effect op legionellagroei. Wij juichen dit toe. Daarmee zouden we de risico’s reëler in kaart brengen en een beter beheersplan maken.”

Meer weten?

Veel adviezen van Berenschot en KWR worden op dit moment nog onderzocht. C-mark past haar werkmethodes standaard aan naar de nieuwste inzichten. Via deze nieuwsbrief houden we u op de hoogte over ontwikkelingen in de drinkwaterwetgeving.

Heeft u vragen? Neem contact op met Eurofins C-mark via c-mark@ftbnl.eurofins.com of 088-831 05 00, of klik op:

 

undefined