"Legionella in zwembadwater, dat kan toch niet?"

“In het zwembadwater zit chloor. Daar kan dan toch geen legionellabacterie in voorkomen?” Dat is een uitspraak die de experts van C-mark vaak horen. Bij 94 – 96% van de monsters die C-mark neemt in opdracht van zwembaden, blijkt uit laboratoriumonderzoek inderdaad dat het zwemwater geen legionellabacterie bevat. Toch werd in 2016 in 4,2% van alle monsters wel degelijk de legionellabacterie, als ongenode gast, aangetroffen in zwemwater met chloor. In 2017 gaat het tot nu toe om zo’n 6%. Dat in zwemwater met chloor geen legionellabacterie kan voorkomen, blijkt een hardnekkig misverstand te zijn. Hoe zit dat precies? Legionella-expert Henk Vissers legt het uit en geeft advies.

Vissers: “Blijkbaar kunnen er in een zwembad omstandigheden zijn, waarbij de legionellabacterie zich thuis voelt en uitgenodigd wordt tot ‘vrij zwemmen’. Gelukkig komt het weinig voor. Door de huidige wetgeving en kennis bij zwembadtechneuten, installateurs en zwembadbouwers, zien we bij de meeste risico-inventarisaties dat het wel goed zit met de waterkwaliteit en de manier waarop de waterbehandelingsinstallaties zijn aangelegd. En als laboratoriumonderzoek de legionellabacterie aantoont, hoeft dat niet altijd direct een ernstige situatie voor bezoekers op te leveren. Wel is het belangrijk direct eventuele betrokken speelelementen uit bedrijf te nemen en grondig onderzoek te doen naar de bron om de legionellabacterie direct te kunnen afdoden en besmetting in de toekomst te voorkomen.”

Wetgeving moet risico’s voorkomen

Een ‘houder van een zweminrichting’ is verplicht risico’s in het zwembad te laten onderzoeken en indien nodig preventieve maatregelen te treffen. Dit is vastgelegd in artikel 2a lid 4 van het Bhvbz (Besluit hygiëne en veiligheid bad- en zwemgelegenheden). Daarmee sluiten de meeste zwembaden de voor de hand liggende risico’s op (explosieve) legionellagroei in zwemwater uit. Zo voorkomt de ‘houder’ dat de bacteriën (in het meest ongunstige geval) kunnen vrijkomen, waarbij zwemmers of zwembadmedewerkers worden blootgesteld aan het risico op legionellabesmetting.

Legionella: een ‘taaie’ bacteriesoort

Toch komt een legionellabacterie in de praktijk nog voor in zwemwater. Waar gaat het dan mis? Vissers: “De legionellabacterie is in zijn soort een redelijk taaie rakker en een bacterie die zich ten opzichte van andere bacteriesoorten lastiger laat doden door zwemwater met desinfecterende eigenschappen. Zelfs onder gunstige desinfecterende omstandigheden in het zwemwater, zoals het geval is bij voldoende vrij beschikbaar chloor in combinatie met een goede zuurgraad (pH), kan een contacttijd met chloor van 30 minuten of meer noodzakelijk zijn om de legionellabacterie af te doden. En daarom blijft legionellabestrijding altijd een punt van aandacht.”

Het grootste risico in het zwembad

Zwemmers of omstanders lopen in de omgeving van aërosolvormende speelelementen het grootste risico vrijkomende aërosolen (zeer kleine vernevelde waterdruppeltjes in de lucht) te inhaleren. Wie met legionella besmette aërosolen inhaleert, heeft kans op legionellalongontsteking of legionellagriep. De mogelijke gevolgen voor patiënten en zwembaden zijn immens.

Legionella rond aërosolvormende speelelementen voorkomen

Extra belangrijk is het daarom om te voorkomen dat legionellabacteriën levend kunnen vrijkomen op plaatsen waar aërosolvorming optreedt. Niet voor niets is een risico-inventarisatie en beheersplan verplicht bij aërosolvormende speelelementen, inclusief halfjaarlijkse monstername & -analyse. In zo’n beheersplan staan maatregelen die de zwembadhouder kan nemen om legionellagroei in het zwemwater te voorkomen of tegen te gaan. Daarbij is het belangrijk dat het water voldoende desinfecterend vermogen heeft. Tegelijkertijd is de noodzakelijke contacttijd die chloor nodig heeft om een legionellabacterie af te doden, van belang. Anders gezegd: de route die de bacterie aflegt in de zwemwaterbehandelingsinstallatie en de tijd waarop het chloor zijn werk kan doen in het watercirculatiesysteem. “Liever zien we natuurlijk geen enkele plek waar de bacterie zich prettig voelt in een zwembad en in de bijbehorende waterbehandelingsinstallatie. Door kritisch naar het gehele systeem te (laten) kijken, kan vaak al veel worden voorkomen. Zo zijn leidingdelen waarin zwemwater niet continu circuleert altijd een punt van aandacht”, vertelt Vissers.

De oorzaken

Stagnatie van het zwemwater kan aanleiding zijn tot legionellabacteriegroei. “Daar waar zwemwater stilstaat en niet frequent genoeg wordt behandeld, gaat het desinfecterend vermogen van het water snel achteruit. Daarmee daalt ook het vermogen om de vorming van microbiologie en dus bacteriën tegen te gaan. Een voorbeeld: een leegloop-leiding die vol staat met niet-circulerend water. Als een bassin nauwelijks of nooit wordt geleegd, staat het water in de leegloop-leiding tot aan de afsluiter stil. Dat water is wel op temperatuur. Wanneer dat water wel in contact komt met het bassinwater, door het rooster op de bodem van het zwembad, kunnen de aanwezige bacteriën in het zwemwater terecht komen. Als er dan ook nog een aanzuigpunt voor aërosolvormende speelelementen in hetzelfde bassin aanwezig is, laat het zich raden wat mogelijke gevolgen kunnen zijn”, aldus Vissers.

Andere voorbeelden van kritische punten in een zwemwaterinstallatie met stilstaand water, zijn onder andere:

  • peilglazen op een bassin of zwembadbuffer;
  • (langere) aftapleidingen op filters;
  • aanzuigbeveiligingen op basis van niveaudetectie die nog wel voorkomen in oudere installaties.

Door de vorming van biofilm ontstaat er een voedingsbodem voor legionellabacteriën. Eenmaal gevormde biofilm laat zich onder invloed van chloor vaak slecht afbreken en is daar mee lastig te verwijderen. Kortom: alle elementen in het zwembad of in de zwemwaterbehandelingsinstallatie waar het water niet of slecht circuleert en waar water zonder desinfectiekracht en chloor huist, kan aanleiding zijn voor een legionellaprobleem. Vissers: “Je kunt dat oplossen door op die plekken handmatig door te spoelen. Dan staat het water niet stil, maar is er desinfecterend water met chloor aanwezig. Ik raad altijd aan om, waar dat mogelijk is, het technisch op te lossen en te automatiseren, om de risico’s verder te verkleinen.”

Filters met geactiveerde kool

Een ander, niet te onderschatten risico is het toepassen van geactiveerde kool in de waterbehandelingsinstallatie. Geactiveerde kool wordt veelal toegepast om het ureumgehalte in het water te verlagen. Vaak wordt voor de ureumreductie een apart biologisch filter geplaatst, waar een deel van het zwembadwater wordt behandeld. Soms wordt de geactiveerde kool op het filterpakket in een zandfilter aangebracht, waarbij het totale debiet aan zwemwater wordt behandeld. Men spreekt dan van een ‘meerlaagsfilter’. “In beide gevallen is de werking van het geactiveerde kool gebaseerd op bacteriegroei. Het geactiveerde kool breekt namelijk het chloor af, waardoor er bacteriën kunnen groeien. De bacteriën breken ureum af, die zij zien als hun ‘boterham’. Er kan ook vermeerdering van legionellabacteriën plaatsvinden. Er ontstaat immers een chloorvrije zone en de watertemperatuur is veelal ideaal voor groeiomstandigheden. Dit zou je kunnen zien als de kraamkamer van de legionellabacterie”, legt Vissers uit. Eventuele ‘vrije’ legionellabacteriën die net uit het geactiveerde koolfilter komen, zullen onder invloed van de desinfectiekracht van het zwemwater, in combinatie met een voldoende lange contacttijd met chloor, moeten worden gedood. Vissers: “Belangrijk hierin is dan wederom dat het water dat net uit het geactiveerd koolfilter komt en nog wordt behandeld, niet te snel kan vrijkomen via aërosolvormende speelelementen. Veelal wordt een basis-chloordosering toegepast op het water dat net uit het geactiveerd koolfilter komt, om er zo zeker van te zijn dat er tijdens circulatie een hoeveelheid chloor wordt meegegeven aan mogelijk besmet water. Dat is op zich een goede zaak mits de contacttijd ook voldoende lang is.”

Beluchting

Tot slot nog de elementen waar sprake is van beluchting. Bekende voorbeelden hiervan zijn whirlpools, bruisbanken, borrelplaten of bubbels. Door het beluchten ontstaat er veelal aërosolvorming in en vlak boven het water, met water en lucht dat uit de luchtleiding komt. “Dat water kan langer hebben stilgestaan in die luchtleiding, bijvoorbeeld bij een (langdurig) uitgeschakelde blower die normaal regelmatig als een föhn door het water luchtbellen omhoog blaast. Ook hier geldt dat de stagnatie zoveel mogelijk dient te worden voorkomen. Er zijn technische oplossingen mogelijk, die we in kaart kunnen brengen”, vertelt Vissers.
Vissers: “Kortom, desinfectie is niet alleen belangrijk in het bassin waarin gezwommen wordt, maar ook in bepaalde delen van de waterbehandelingsinstallatie. Het liefst willen we natuurlijk nergens legionellabacteriën aantreffen, niet in het bassin en ook niet in de waterbehandelingsinstallatie!”

Meer weten?

Wilt u meer informatie over het voorkomen van legionella in zwemwater of wilt u de risico’s in kaart hebben op uw locatie en in uw specifieke situatie? Dan kunt u contact opnemen met de specialisten van C-mark. Bel met ons kantoor via telefoonnummer 088-831 05 00 of klik op 'Contact met C-mark'.

undefined

 

22 december 2023

Actueel

E-learning cursus nieuwe Zwemwaterwet

C-mark start in 2024 met e-learning.

Lees verder