6 vragen over vlokmiddel in zwembadwater

We zwemmen allemaal graag in schoon en prachtig helder water. Door vlokmiddel is zwemwater helder, maar ook hygiënischer. Tijdens onze ‘Vervolgcursus Zwemwaterbehandeling’, horen we vaak dat cursisten nog niet wisten dat vlokmiddel ook bacteriën uit het zwemwater kan halen. Hoe werkt dat precies? En waar moet u op letten bij het gebruik van vlokmiddel? Zeker met de nieuwe wetgeving is het belangrijk dat u het toevoegen van vlokmiddel op de juiste manier uitvoert. C-mark’s zwemwaterexpert Paul Blom geeft antwoord op 6 veelgestelde vragen.

1) Waarom is het belangrijk dat u vlokmiddel doseert?

“Vlokmiddel voorkomt niet alleen troebel zwemwater, maar haalt ook bacteriën uit het water. Dat zijn bijvoorbeeld bacteriën die vaak moeilijk door chloor zijn af te doden, zoals SSRC – oftewel sporen van sulfiet reducerende Clostridia. Dit type bacteriën kan daardoor – zonder gebruik van vlokmiddel – uren in het zwemwater aanwezig zijn. Pas daarna doodt het chloor de bacteriën af. Al die tijd zijn deze bacteriën mogelijk schadelijk voor de gezondheid van mensen die in het zwemwater verblijven. SSRC is een nieuwe parameter die volgens de nieuwe Zwemwaterwet maandelijks gemeten moet worden. De norm voor SSRC is max. < 1/100 mL. Dit type ziekmakende bacteriën kunt u met vlokmiddel uit het water afvangen via het filter. Hoe werkt dat precies?

Hoe werkt vlokmiddel?

Vlokmiddel maakt grotere filtreerbare ‘vlokken’ van - voor het blote oog - onzichtbare losse deeltjes en bacteriën in het zwemwater. Van zichzelf zijn deze deeltjes negatief geladen, waardoor ze elkaar van nature afstoten en los van elkaar in het water blijven. Die onzichtbare deeltjes klonteren door het positief geladen vlokmiddel als het ware samen, waardoor er een ‘vlok’ ontstaat. Die vlok is gemakkelijker via het filter te verwijderen uit het zwemwater. Die minuscule onzichtbare deeltjes, waren op zichzelf niet door de meeste filters uit het zwemwater te halen. Het gaat dan bijvoorbeeld om huidschilfertjes of cosmetica, maar dus ook bacteriën. Deze kleine deeltjes geven een zekere troebelheid aan het water. Dit komt omdat deze deeltjes het licht dat op het water schijnt verstrooien. Denk bijvoorbeeld aan het effect van een druppel melk, gemengd in een glas water.

Gebruik vlokmiddel uit hygiënisch oogpunt

Kortom: vlokmiddel maakt zwemwater niet alleen helder, maar ook hygiënischer. Pas daarom altijd vlokmiddel toe, zeker als de bezoekersaantallen en de zwembadbelasting stijgen. Ook al is de troebelheid niet zozeer een probleem: vanuit hygiënisch oogpunt wilt u uw gasten niet blootstellen aan water met ziekmakende bacteriën.”

2) Wat zijn de risico’s van het gebruik van vlokmiddel?

“Als u de dosering van vlokmiddel juist inregelt, zijn er eigenlijk geen risico’s. Die risico’s zijn er wel bij overdosering of onjuiste dosering. Een te hoge dosering kan zorgen voor onnodige vlokvorming en daarmee extra weerstand in het filter. Dat zorgt voor energieverspilling.
Vlokmiddel bestaat hoofdzakelijk uit aluminium. Bij een te hoge dosering van vlokmiddel kan er een te hoog aluminiumgehalte ontstaan in zwemwater. Mensen die daar allergisch op reageren, kunnen tijdens het zwemmen dan jeuk- en irritatie-klachten krijgen aan hun huid. Een te hoog aluminiumgehalte in het zwemwater kan bijvoorbeeld ook ontstaan als u het vlokmiddel te dicht op het filter doseert. Na het doseren duurt het namelijk even voordat er vlokken ontstaan. Daardoor komt het vlokmiddel in het bassin met zwemwater terecht, omdat de vlokken pas na passage van het filter óf helemaal niet ontstaan. Dan is bij een hoge dosering mogelijk ook een grijs-grauwe sluier over het water te zien.”

3) Hoe doseert u vlokmiddel op de juiste manier?

“Het is van belang om het vlokmiddel continu te doseren en na dosering zo snel mogelijk te mengen voor een optimale werking. Een eenmalige dosering is geen optie. Vlokmiddel moet eerst goed mengen, om daarna met de minuscule deeltjes in het zwemwater een vlok vormen. De vlokvorming heeft tijd nodig: minimaal 10 seconden vóórdat het gefilterd wordt. Omdat de snelheid van de waterverplaatsing vóór het filter meestal 1,5 m/s bedraagt, is er in principe een leiding nodig van circa 15 meter lengte. Die ruimte is er doorgaans niet. Gelukkig is er tussen filterinlaat en het filterbed ook nog tijd om uit te vlokken.

De doseerplaats

Wij adviseren dan ook bij voorkeur zo dicht mogelijk na de circulatiepomp te doseren. Dan heeft het vlokmiddel voldoende tijd om uit te vlokken. Je zou denken dat het juist verstandig zou zijn om het vlokmiddel direct voor de pomp te doseren. Het vlokmiddel mengt dan immers goed met de deeltjes in het zwemwater. Toch is dit niet altijd de beste optie. Het vlokmiddel moet voldoende dicht bij de pomp gedoseerd kunnen worden en het toerental moet onder de 1.500 rpm blijven. Anders bestaat de kans dat de gevormde vlokken in de pomp kapotslaan, waardoor het vlokvormingseffect teniet wordt gedaan. Ook te veel bochten en appendages in de leiding waarin het vlokproces plaatsvindt kunnen nadelige invloed hebben. De juiste keuze voor de doseerplaats en het type vlokmiddel blijft maatwerk en is per systeem verschillend. Neem contact op met een van onze experts voor advies!”

4) Wat beïnvloedt de werking van het vlokmiddel?

“Eerder noemde ik al dat voldoende contacttijd, de doseerlocatie en voldoende mengen en tot rust laten komen van belang zijn voor de werking van het vlokmiddel. Maar dat is niet het enige. Ook de pH-waarde van het zwemwater speelt een hele belangrijke rol in de werking van het vlokmiddel. Bij een te lage pH-waarde heeft het vlokmiddel na doseren en mengen een langere tijd nodig voordat er vlokken ontstaan. Het kan dus gebeuren dat bij een te lage pH vlokmiddel door het filter slaat, zonder afgevangen te worden en waarbij de vlokken pas ontstaan in het zwemwaterbassin.

Het waterstofcarbonaatgehalte speelt ook een belangrijke rol in het vlokproces. In dit artikel deelden we dat de pH een nauw verband heeft met het waterstofcarbonaatgehalte. Wanneer het water een te gering waterstofcarbonaatgehalte heeft (waterstofcarbonaatgehalte <40 mg/L), dan is de zuurgraad minder stabiel en dat gaat de goede werking van het vlokmiddel tegen. De meeste vlokmiddelen zijn namelijk zuur en verlagen lokaal de pH van het zwemwater als het waterstofcarbonaatgehalte onvoldoende is, waardoor het langer duurt voor het vlokproces opgang komt. Bij het juiste waterstofcarbonaatgehalte en bij de juiste pH start het vlokproces juist direct. Ons advies: zorg voor een goed waterstofcarbonaatgehalte en bekijk welk vlokmiddel het beste past bij de gemiddelde samenstelling van het zwemwater. Onze experts adviseren u daar graag over.

Maar ook de hoeveelheid vlokmiddel speelt een rol bij de werking van het middel.”

5) Hoeveel vlokmiddel is er nodig?

“Het toedienen van de juiste hoeveelheid vlokmiddel komt precies. Dat moet gebeuren met membraan- of slangenpompjes die continu en accuraat doseren. De juiste dosering van vlokmiddel is afhankelijk van:

• zwemwaterbelasting: bij hoge bezoekersaantallen en/of hoge verontreiniging is meer vlokmiddel nodig;
• de hoeveelheid water die circuleert. We adviseren u daarom, wanneer ’s nachts het rondpompdebiet wordt verlaagd, dus ook de vlokmiddeldosering te verlagen.

Meestal is de ideale hoeveelheid lager dan het gemiddelde doseerniveau dat door de leverancier is aangegeven. Het meest optimale doseerniveau kunt u proefondervindelijk vaststellen. De procedure is als volgt. Stel de gemiddelde dosering in zoals door de leverancier wordt aanbevolen. Aan de hand van de maandelijkse analyseresultaten van troebelheid en SSRC en uw eigen visuele waarneming kunt u de dosering bijstellen, omlaag of omhoog. Hou hierbij dus ook rekening met wisselende bezoekersaantallen.
Het gaat soms om hele kleine hoeveelheden vlokmiddel die per uur gedoseerd moeten worden. Niet elke pomp kan met deze kleine hoeveelheden overweg. Daarom kan het soms nodig zijn het vlokmiddel te verdunnen. Dan is de verhouding doorgaans 1 op 10, afhankelijk van het product. De aangemaakte oplossing moet wel een lage pH hebben, onder de 5,5. Anders vlokt het middel al uit in het voorraadvat.”

6) Hoe controleer ik of ik het doseren van vlokmiddel goed staat ingeregeld?

“Aan de hand van uw analyseresultaten kunt u controleren of het vlokmiddel goed wordt gedoseerd. De ervaring leert dat een goed werkend filter (met vlokmiddeldosering) de troebelheid van het water terug kan brengen tot 0,1 fte. De richtlijn is 0,25 fte voor water na het filter en voor het water in het bassin is de norm 0,5 fte. Wij adviseren niet alleen de troebelheid, maar ook het aluminiumgehalte te laten meten. Zo komt u erachter of uw installatie op de juiste manier is ingericht en of uw dosering klopt.”

Meer  weten?

Wilt u meer informatie over dit onderwerp of bent u op zoek naar advies specifiek voor uw situatie? We kunnen ook voor u toetsen of de doseerplek van het vlokmiddel de juiste plek is. Ook kunnen we de dosering voor u berekenen. Neem dan contact op met onze adviseurs via c-mark@ftbnl.eurofins.com of bel ons op 088-831 05 00.